-
1 disapprove
v. voorkomen, verdriet, gramschap; het er niet mee eens zijn[ dissəproe:v]♦voorbeelden:1 he wants to become a painter but his parents disapprove • hij wil schilder worden, maar zijn ouders vinden dat niet goedthey disapprove of men wearing earrings • zij keuren het af dat mannen oorbellen dragen -
2 they disapprove of men wearing earrings
they disapprove of men wearing earringsEnglish-Dutch dictionary > they disapprove of men wearing earrings
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский